PRINTBARE VERSIE

ROSWELL BROKSTUKKEN BEVESTIGD ALS BUITENAARDS

Laboratorium gelokaliseerd en wetenschappers bij naam genoemd

Door: Anthony Bragalia

26 mei 2009

Vertaling: Paul Harmans

Bron: http://ufocon.blogspot.com/2009/05/roswell-debris-confirmed-as.html


Nieuw ontdekte rapporten onthullen dat in de maanden onmiddellijk volgend op de beweerde UFO-crash in 1947 bij Roswell, geheime studies door de overheid werden ondernomen op een materiaal dat voorheen onbekend was bij de wetenschap. Het ‘geheugenmetaal’ dat werd bestudeerd komt exact overeen met sommige wrakstukken gemeld door verscheidene getuigen van de crash. Het bewijs staaft dat deze unieke metaalstudies werden ondernomen - onder militaire supervisie - door een laboratorium dat onder contract stond en in het bezit was van geavanceerde technische capaciteiten die de Amerikaanse overheid in die tijd zelf niet bezat. Een voormalige hooggeplaatste wetenschapper in dienst bij het betrokken laboratorium heeft een bekentenis aangeboden waarin hij zegt dat hij de taak kreeg toebedeeld het materiaal van de gecrashte UFO te bestuderen. Informatie verschaft door twee generaals van de Amerikaanse luchtmacht ondersteunt deze ontdekking ondubbelzinnig.

Het rapport wijst erop dat na de crash de Amerikaanse overheid een uniek materiaal wilde ontwikkelen waaraan vandaag de dag wordt gerefereerd als geheugenmetaal. Deze vormherstellende legering werd door verschillende getuigen van de Roswell-crash in de zomer van 1947 gemeld. Het lichtgewicht, ‘vormend’ materiaal was in staat om na verkreukeld of vervormd te zijn meteen uit zichzelf weer naar de originele vorm terug te keren. De metallurgische ontdekkingen die het resultaat van deze studie waren werden daarna voor nadere technologische ontwikkeling bij andere regeringsagentschappen geplaatst (inclusief NASA) en via een serie militaire contracten aan universiteiten en de industrie.

Het laboratorium dat door de Wright Patterson luchtmachtbasis werd gecontracteerd om deze studies uit te voeren was het Battelle Memorial Institute in Columbus, Ohio. Het is al eerder overtuigend gemeld dat de Wright Patterson luchtmachtbasis de basis was waar de Roswell wrakstukken na de crash naartoe werden gevlogen.


Battelle Memorial Institute


Wright Patterson luchtmachtbasis

Onlangs verkregen documenten onthullen dat deze studies voor Wright Patterson werden ondernomen op Battelle onder leiding van Dr. Howard C. Cross. In de late jaren veertig was H.C Cross de wetenschappelijke expert op het gebied van exotische metallurgie en Titaniumlegeringen aan het Battelle Memorial Institute.

Opvallend is dat, ondanks dat hij een onderzoeksmetaalkundige was, Cross tevens de spil was in latere studies naar UFO’s die in de vroege jaren vijftig door Battelle werden uitgevoerd voor de officiële UFO-studie, Project Bluebook, van de Amerikaanse luchtmacht. Cross is mogelijk een auteur van het nog steeds missende Project Bluebook's Report Number 13. Hij is tevens de schrijver van een vreemde brief van Battelle aan Wright Patterson die bekend staat als ‘The Pentacle’ (het pentagram/pentakel) memo. (De historische rol van Dr. Cross zal tot in detail beschreven worden in een volgend artikel.)

Battelle, opgericht in 1929, is betrokken bij onderzoek, ontwikkeling en het vercommercialiseren van technologische vernieuwingen. Ze zijn gespecialiseerd in materiaal- en constructiewetenschappen, levenswetenschap, energiewetenschap en nationale veiligheid. Onder Battelle’s contract vallen veel van de Amerikaanse nationale laboratoria zoals Oak Ridge, Lawrence Livermore en Brookhaven Laboratories. Battelle ligt zeer dicht bij Wright Patterson en is één van de nationale leidende defensiecontractors. Hun metallurgische mogelijkheden en technische begaafdheid zijn van wereldklasse.

Het volledige verhaal van de Roswell-Battelle connectie wordt verteld in het opnieuw gepubliceerde vervolg van het boek ‘Witness to Roswell’ (herziene en uitgebreide uitgave van 2009) geschreven door Tom Carey and Don Schmitt. Wetenschappelijke citaten, referenties en afbeeldingen van verslagen zijn ook toegevoegd aan deze geüpdate uitgave.

De directe connectie tussen het Roswell materiaal en de Battelle studies wordt onthuld in een materiaal dat bekend is als Nitinol. Nitinol is een speciaal geproduceerde combinatie van Nikkel en Titanium, of NiTi. Het vertoont veel van dezelfde eigenschappen en fysieke karakteristieken als sommige materialen die zoals wordt beweerd afkomstig zijn van de Roswell-crash. Beide zijn geheugenmetalen die zich hun originele vorm ‘herinneren’ en beide zijn extreem licht in gewicht. De materialen hebben volgens meldingen dezelfde kleur, vertonen een hoge belastingssterkte en zijn in staat extreem hoge temperaturen te weerstaan.

Vandaag de dag wordt Nitinol geïntegreerd in dingen zo ver uiteenliggend als medische implantaten en buigzame brilmonturen. Het wordt in vele vormen gemaakt, inclusief plaatmateriaal, draden en spoelen. Nieuwere systemen van ‘intelligent materiaal’ worden bestudeerd door NASA in de vorm van buigzame of op en neergaande vleugels, als ‘zelfbewegend’ en als ‘zelfherstellend’ voor de buitenkant van de romp van ruimteschepen. Er wordt aangenomen dat het geheugenmetaal dat bij Roswell is gevonden afkomstig was van de buitenkant van de romp van een neergestort buitenaards ruimteschip.

De vroegst bekende combinatie van Nikkel en Titanium gemeld in de wetenschappelijke literatuur is van 1939 door twee Europeanen. Dit onbewerkte monster was echter een ‘bijproduct’ van onderzoek dat geen relatie had met de studie naar Nitinol. De mogelijkheid van geheugenmetaal in dit monster werd niet nagestreefd noch opgemerkt. De wetenschappers waren in die tijd niet in staat Titanium te zuiveren op een voldoende hoog niveau en ze waren niet op de hoogte over de energiebehoefte nodig om het vormeffect te creëren.

De volgende maal dat we de unieke combinatie van Nikkel en Titanium in de wetenschap zien verschijnen is via militaire wetenschappers geassocieerd met Marine Inlichtingen aan het US. Naval Ordnance Lab. Het was daar in de vroege jaren zestig dat Nitinol ‘officieel’ werd geproduceerd. Maar over de ‘officiële’ geschiedenis van Nitinol - inclusief de datum en de reden van ontdekking - bestaat onenigheid. (Meer over deze mistige geschiedenis zal in een toekomstig artikel besproken worden.) Onlangs vergaarde informatie wijst er op dat het in feite Battelle’s metaalkundige en UFO-onderzoeker Dr. Howard Cross was die de Amerikaanse marine ‘voedde’ met informatie (inclusief het fasediagram en de details van het Titanium procédé) die nodig is om Nitinol te maken.

Onderzoek door deze auteur (Anthony Bragalia) heeft bevestigd dat Nitinolstudies op het Battelle begonnen onmiddellijk na de Roswell-crash en niet in het begin van de jaren zestig. En het was Wright Patterson (de basis waarnaar het materiaal van de crash was gezonden) dat dit geheime werk contracteerde.

Deze bevestiging staat in een korte voetnoot gevonden in een rapport van één van Nitinol’s ‘officiële’ uitvinders van het U.S. Naval Lab. In dat militaire rapport over Nitinol schrijft de auteur in een voetnoot over een studie van Battelle in 1949 welke duidelijk betrekking heeft op het raffineren van Nikkel en Titanium. Het citaat verhaalt over een ‘fasediagram’ dat weergeeft wanneer en hoe de twee metalen succesvol kunnen worden samengevoegd als legering. Als dat proces op de juiste wijze wordt gedaan dan is het resultaat Nitinol geheugenmetaal. Het is mogelijk, maar misschien ook niet, dat de ‘officiële’ mede-uitvinders van Nitinol onwetend waren van het feit dat de aanzet tot het maken van geheugenmetaal gevonden moet worden in de bestudering van de Roswell wrakstukken.

Slechts drie andere referenties naar dit Nikkel en Titanium geheugenmetaal rapport van Battelle zijn ooit gevonden. In elk voorval verschijnen ze alleen als korte voetnoot en enkel bij metaalstudies die zijn ondernomen onder Amerikaanse militaire auspiciën. In één zaak is er zelfs een ‘project monitor’ (directe controle) aanwezig van de Wright Patterson luchtmachtbasis. Een historische analyse van de wetenschappelijke literatuur laat zien dat er geen andere legeringen ooit door het Amerikaanse leger zijn bestudeerd als potentieel ‘geheugenmetaal’ voorafgaand aan het tijdsframe van de late jaren veertig en het Battelle's Wright Patterson onderzoekscontract.

Wright Patterson had Battelle nodig om het werk te volbrengen. De grootste reden daarvoor was dat Battelle iets had dat Wright Patterson niet bezat, een geavanceerde hoogoven die in staat was Titanium te smelten en te zuiveren om er zodoende geheugenmetaal van te maken.

De geschiedenis van Titanium (dat nodig is om Nitinol te maken) is op zichzelf al zeer onthullend. We komen er via het bestuderen van de literatuur achter dat, volgens de Encyclopedia Britannica:

‘Na 1947 veranderde Titanium van een laboratoriumrariteit in een belangrijk en structureel metaal.’

Volgens de Industrial Arts Index piekt het aantal wetenschappelijke samenvattingen over Titanium dramatisch vanaf 1946 (en voorgaande jaren) in vergelijking met de samenvattingen over Titanium geschreven na 1947. Uit een samenvatting van de Rand Corporation uit 1962 met de naam ‘het Titanium decennium’ leren we dat:

‘Een veel grotere Titaniumindustrie is voortgekomen dan nodig is voor de productiecapaciteit om materiaal te produceren dat in feite nodig is in de vliegtuigbouw. De tijdsperiode van 1948-1958 nam in wezen alle kosten voor zich.’

Een verbazingwekkende 5,2 miljard dollar (gerekend in de huidige waarde) werd door de Amerikaanse overheid gespendeerd aan Titaniumonderzoek in de jaren onmiddellijk volgend op 1947.

De wetenschappers en de documenten zijn geïdentificeerd
Het Battelle geheugenmetaalrapport is getiteld ‘Second Progress Report on Contract AF33 (038)-3736’ (tweede voortgangsrapport) en werd opgemaakt voor de Wright Patterson luchtmachtbasis in 1949. Het is geschreven door C.M. Craighead, F. Fawn en L.W. Eastwood. Het lijkt deel te zijn van een serie van dergelijke contracten ondernomen in de vroege jaren vijftig. Het is interessant te zien dat de wetenschappers die het rapport schrijven zeer nauw betrokken zijn bij de chef-Titaniummetaalkundige (en later de Battelle UFO-onderzoeker voor Project Bluebook) Dr. Howard Cross, die we eerder al aanhaalden. De wetenschappers gingen door met het schrijven over exotische metallurgie dat was gerelateerd aan gebieden op ‘metaal en superplasticiteit’, ‘metaal transformatie’ en ‘metaalmicrostructuren’.

Gebaseerd op de secties van de studies die werden gevonden die refereren aan dit rapport van Battelle, weten we dat dit ‘Progress Report’ (voortgangsrapport) het eerste ‘fasediagram’ ooit gemaakt geeft om Nikkel en Titanium succesvol te legeren. Dat was nodig om geheugenmetaal te maken. We kunnen tevens concluderen dat het de beste manier van zuivering van Titanium onder de loep neemt. In hoge mate gezuiverd Titanium is nodig om het vormherstellende vermogen te verkrijgen.

Er zijn geen referenties gevonden naar iets dat zeer zeker moet bestaan; Battelle’s ‘First Progress Report’ (eerste voortgangsrapport) over het geheugenmetaal. Daar waar het tweede voortgangsrapport (voltooid in 1949) refereert aan technieken om een legering te maken, zal het eerste voortgangsrapport (geschreven in 1947 of 1948) mogelijk gaan over de feitelijke analyse van het Roswell geheugenmetaal.

Ondanks dat Nitinol niet identiek is aan de wrakstukken van Roswell, staat het wel voor onze beste pogingen om het gevonden geheugenmetaal te herscheppen. De impuls voor dit vormherstellende, metallurgische onderzoek moet wel het gevonden wrakmateriaal bij Roswell in de zomer van 1947 zijn.

De rapporten zijn ‘zoek’
Een jaar is door de auteur getracht het eerste en tweede voortgangsrapport van Battelle te lokaliseren. Ondanks dat de voetnoten zijn gevonden in de rapporten van door militairen gesponsorde studies naar geheugenmetaal, blijft toegang tot de feitelijke rapporten onmogelijk.

Battelle’s eigen geschiedenis/bibliotheek was niet in staat de documenten te lokaliseren. In een later vervolgtelefoontje werd Sarasota Herald Tribune journalist Billy Cox verteld dat Battelle nog steeds niet in staat was de rapporten te vinden en dat het een ‘mysterie’ was. Zo was ook de archivaris en de beheerder van de speciale collectie van Wright Patterson niet in staat de documenten te vinden. Beide bibliotheekmanagers van deze organisaties werkten samen om ze te vinden. Ze zijn verbijsterd en denken dat het mogelijk betekent dat de rapporten zijn vernietigd (ondanks dat daar geen verslag van is) of dat ze blijvend als zeer geheim zijn geclassificeerd.

Het Defense Technical Information Center (DTIC) van het Amerikaanse DOD (ministerie van defensie) is de hoofdbewaarplaats van technische rapporten van door Amerikaanse militaire gesponsorde studies. Hun database faalt ook in het lokaliseren van de Battelle rapporten. Uiteindelijk, op advies van journalist Billy Cox, werd er door de schrijver van dit artikel een Freedom of Information Act (FOIA) (vrijheid van informatie) formulier ingevuld en ingediend bij de administrateur van de luchtmacht/WPAFB (Wright Patterson Air Force Base). Er moet nog respons worden verkregen op dit verzoek.

Het is te hopen dat het tweede voortgangsrapport op een dag wordt gelokaliseerd. Dat is vooral vanwege het feit dat het een fasediagram bevat voor de legering Nikkel/Titanium en dat bevestigd het werk aan geheugenmetaal. Het zal duidelijk aantonen dat de vormherstellende legeringen precies waren wat Battelle poogde te maken voor de militairen in de tijdsperiode direct na de Roswell-crash. De waarschijnlijkheid dat het eerste voortgangsrapport over geheugenmetaal van Battelle ooit wordt gevonden is nog kleiner.

Bevestiging door twee generaals van de Amerikaanse luchtmacht
In een interview dat hem werd afgenomen in de jaren negentig, bevestigde de voormalige Wright-Patterson luchtmachtbasis brigadiergeneraal Arthur Exon het bestaan van de Roswell-metaal rapporten. Exon, de commandant van de Wright-Patterson luchtmachtbasis in de jaren zestig, onthulde dat hij op de hoogte was van sommige details betreffende de samenstelling van de wrakstukken van de crash en de verscheidene testen die er op waren uitgevoerd. Verbazingwekkend was dat Exon over de wrakstukken verklaarde: “Het was Titanium en een ander metaal waarvan ze kennis hadden en het procédé was ietwat anders.” Natuurlijk, het speciale ‘procédé’ van Titanium en het ‘andere metaal waarvan ze kennis hadden’ (Nikkel) is nodig om Nitinol te maken.

Exon voegde daar veelzeggend aan toe: “En het zou me niet verbazen als het materiaal er niet meer is en dat is zeker met de rapporten het geval.” Exon refereerde mogelijk aan de voortgangsrapporten over geheugenmetaal van Battelle.


General Arthur Exon

Luchtmachtgeneraal George Schulgen (die de leiding had over de inlichtingendienst op het Pentagon tijdens het Roswell-incident) schreef op oktober 1947 - ongeveer vier maanden na de crash - een voorheen gemarkeerd als ‘geheim’ conceptmemo betreffende het vliegende schotel vraagstuk. In de geverifieerde versie van deze memo is een sectie gevonden getiteld: “Constructiedelen’. Schulgen instrueert zijn officieren om alert te zijn op vliegende objecten en de materialen waarvan ze geconstrueerd zijn. Hij haalt specifiek de ‘uitzonderlijke fabricagemethodes om extreme lichtgewichtheid te bereiken’ en dat het materiaal ‘is samengesteld door gebruik te maken van verschillende variaties van metalen’.

Schulgen beschrijft exact sommige van de karakteristieken van Nitinol. Net als het Roswell materiaal is het van een ‘extreme lichtgewichtheid’ en een legering van metalen. Als een nieuwe ‘samenstelling’ is het gemaakt via ‘uitzonderlijke fabricagemethodes’ die ‘gebruik maken van een combinatie van metalen’ - misschien zoiets als Nikkel en Titanium?


General Shulgen’s 1947 Memo

Wetenschapper van Battelle geeft toe dat hij UFO-wrakstukken analyseerde
Battelle wetenschapper Elroy John Center heeft verklaard dat hij metaal heeft geanalyseerd afkomstig van een gecrashte UFO toen hij werkzaam was bij het instituut. Center was een hoofd onderzoekschemicus die bijna 20 jaar voor Battelle werkte, van 1939 tot 1957. Dat is bevestigd door zowel zijn universiteit in Michigan als via wetenschappelijke rapporten die hij schreef gedurende zijn dienstbetrekking bij Battelle.

Als academisch chemisch deskundige schreef Center rapporten die verschenen in zeer technische journalen. Zijn gebieden van onderzoek bevatten ook het chemisch testen van metalen, de microberekening van metalen in een legering en de spectroscopische analyse van unieke materialen. Center was waarschijnlijk betrokken bij een vroege analyse van de Roswell wrakstukken. Een grensverleggende metaalanalysetechniek die Center ontwikkelde wordt aangehaald in studies naar de ‘polygrafische vaststelling van Titanium’ in legeringen. Speciaal geselecteerd Titanium is nodig om het Roswell-achtige ‘geheugenmetaal’ Nitinol te maken.

Familieleden van Center bevestigen dat hij een sterke interesse in UFO’s en buitenaardsen had. In mei 1992 interviewde de bekende en historische onderzoekster Dr. Irena Scott uit Columbus, Ohio, (die zelf ook een voormalige wetenschapper van Battelle is) een naaste, professionele collega van Elroy Center. Elroy had hem in juni 1960 onder vier ogen verklaard dat toen hij bij Battelle werkte, hij was betrokken bij een zeer vreemd laboratoriumproject. Center vertelde dat hij eerder door zijn superieuren was belast te assisteren bij een zeer geheime Battellestudie onder contract van de regering. Hij vertelde dat bij het project ook het werk betrokken was op een zeer ongewoon materiaal. Center had begrepen dat dit wrakmateriaal was dat door de Amerikaanse overheid was geborgen bij een eerdere UFO-crash. Center refereerde aan het stuk dat hij bestudeerde als een ‘deel’. Hij verklaarde dat dit ‘deel’ iets was waarmee niemand bekend was. Hij zei tevens dat er in het wrakmateriaal vreemde symbolen waren gegraveerd die hij hiërogliefen noemde. Gelijke markeringen zijn natuurlijk gemeld door enkele van de getuigen van de Roswell wrakstukken. Center hield plotseling op met het verschaffen van meer details. De Battelle wetenschapper stierf in 1991.

Toekomstige informatie
Beschikbaar komende details over de Battelle-Roswell connectie zullen verschijnen in:

* De andere geheime studies naar UFO-waarnemingen en UFO-wrakstukken van Battelle’s metaaldeskundige Dr. Howard Cross

* De identiteiten van Battelle's Wright Patterson ‘betaalmeesters’.

* Bizarre ‘invloeden van de geest’ testen ondernomen op Nitinol door het Amerikaanse leger en NASA door gebruik te maken van beweerde paranormaal begaafden om het materiaal te ‘vervormen’ via ‘energie van de geest’.

* Waarom ‘vervormen’ mogelijk de sleutel tot het UFO-mysterie is.

* Hoe onderzoek van vandaag de dag op ‘intelligente metalen’ en ‘buigzame metalen’ wordt geleid door NASA, het Amerikaanse leger en Battelle.

Battelle en Roswell
De Battelle-Roswell connectie zal snel worden bewezen. De implicaties zijn diepgaand. In 1947 viel een ruimteschip - niet van deze aarde en waarvan de materialen voor de constructie onbekend waren aan de wetenschap - uit de lucht, om voor altijd de geschiedenis te veranderen.

DEEL 2 - DE EIGENAARDIGE DR. CROSS


UFO PAGINA

ROSWELL PAGINA

Pagina Laatst Toegevoegde Artikelen